Analyse van het resultaat 2018

Het resultaat bedraagt € 9,4 miljoen en is daarmee € 6,0 miljoen positiever dan begroot. In onderstaande tabel is per entiteit het verschil tussen het resultaat en de begroting zichtbaar gemaakt. Hieronder wordt verder, in hoofdlijnen, het verschil tussen het gerealiseerde en het begrote exploitatieresultaat verklaard.

 

Realisatie

Begroting

Verschil

Scholen

7.468

2.200

5.268

Verenigingstaken / raad van bestuur

1.982

-

1.982

Bureau OMO

85

-

85

Gelieerde stichtingen

-50

-37

-13

Doordecentralisatiebedrijven

-63

1.200

-1.263

Totaal

9.422

3.363

6.059

Tabel 5: Begroot en gerealiseerd resultaat (bedragen x € 1.000)

Scholen

Het resultaat van de scholen gezamenlijk bedraagt € 7,5 miljoen positief en wijkt daarmee € 5,2 miljoen positief af van de begroting. De verklaring voor deze positieve afwijking is op hoofdlijnen als volgt:

  • De lumpsumopbrengsten bedragen € 442,5 miljoen en zijn € 9,9 miljoen hoger dan begroot. De grootste verschillen worden veroorzaakt door:

    • De definitieve GPL bijdragen voor het voortgezet onderwijs voor 2018 zijn bekendgemaakt in augustus 2018. De totale stijging van de GPL in 2018 bedraagt 2,61%.

    • Op 30 augustus 2018 is bekend gemaakt dat in de regeling exploitatiekosten VO een prijsbijstelling is verwerkt van 1,59%.

  • De totale OCW subsidieopbrengsten bedragen € 47,1 miljoen en zijn daarmee € 5,2 miljoen hoger dan begroot. Dit verschil wordt voor een deel veroorzaakt door het hogere LWOO/PrO budget dat vanuit de samenwerkingsverbanden wordt verstrekt. In totaal wordt € 3,7 miljoen meer ontvangen vanuit de samenwerkingsverbanden dan begroot.

  • De overige overheidsbijdragen en –subsidies zijn € 0,2 miljoen lager dan begroot. De overige baten zijn € 2,9 miljoen hoger dan begroot. Hiervan wordt € 1,2 miljoen veroorzaakt door hoger dan begrote ouderbijdragen.

  • De personele lasten bedragen € 419,5 miljoen en zijn € 13,2 miljoen hoger dan begroot (3,2% t.o.v. begroting).

    • De formatie is gemiddeld 53,0 fte hoger dan begroot. De salarislasten zijn hierdoor € 3,8 miljoen hoger (53,0 fte * begrote GSK van € 71.320). In bijlage 4a is te zien dat de formatie gedurende schooljaar 2017-2018 circa 25,2 fte hoger was dan begroot en in schooljaar 2018-2019 gemiddeld 92,0 fte hoger was dan begroot.

    • De gemiddelde salariskosten (GSK) bedragen € 72.970 per fte en zijn € 1.650 hoger dan begroot. Hierdoor zijn de verwachte loonkosten € 8,9 miljoen hoger dan begroot (5.399,8 fte * € 1.650). De stijging van de GSK kan grotendeels worden verklaard door de loonsverhoging per 1 juni 2018 en de eenmalige uitkering in oktober 2018.

    • De kosten voor personeel niet in loondienst bedragen € 20,4 miljoen en zijn € 3,2 miljoen (18,8% t.o.v. begroting en 0,8% t.o.v. totale personele lasten) hoger dan begroot. De werkelijke kosten zijn € 0,5 miljoen hoger dan verwacht in de 2e De kosten voor personeel niet in loondienst bedragen 4,9% van de totale personele lasten.

    • De overige personele lasten zijn € 1,2 miljoen lager dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere studiekosten dan begroot.

    • De uitkeringen zijn € 1,5 miljoen hoger dan begroot en verlagen derhalve de kosten.

  • De afschrijvingslasten bedragen € 13,2 miljoen en zijn € 0,6 miljoen lager dan begroot (4,6% t.o.v. begroting en 0,1% t.o.v. totale lasten). De voornaamste verklaring voor deze daling is dat er in 2018 € 3,8 miljoen (19,5% t.o.v. begroting) minder wordt geïnvesteerd dan begroot en dat investeringen later worden uitgevoerd dan gepland, waardoor de afschrijvingskosten tevens verschuiven. Daarnaast zijn techniekgelden ingezet als investeringssubsidie, wat tevens resulteert in lagere afschrijvingskosten.

  • De huisvestingslasten bedragen € 21,3 miljoen en zijn € 0,1 miljoen lager dan begroot. De hogere uitgaven voor klein onderhoud (€ 0,3 miljoen) worden gecompenseerd door de lagere gaskosten (€ 0,5 miljoen).

  • De overige lasten bedragen € 49,2 miljoen en zijn € 0,6 miljoen hoger dan begroot door onder andere:

    • Lagere kopieerkosten € 0,4 miljoen

    • Lagere kosten verbruiksmaterialen € 0,4 miljoen

    • Hogere internet- en websitekosten € 0,2 miljoen -/-

    • Hogere kosten excursies en reizen € 0,8 miljoen -/-

    • Hogere licentiekosten € 0,3 miljoen -/-

Verenigingstaken en raad van bestuur

Het resultaat van de vereniging en de raad van bestuur wijkt € 2,0 miljoen positief af van de begroting. De belangrijkste oorzaken zijn:

  • € 0,6 miljoen lagere kosten voor de collectieve uitkeringskosten;

  • € 0,2 miljoen lagere kosten voor individuele uitkeringskosten;

  • € 0,3 miljoen lagere kosten voor eigen risicodragerschap ziektewet;

  • € 0,3 miljoen hogere WGA kosten;

  • € 0,3 miljoen lagere kosten OMO Cloud;

  • € 0,3 miljoen lagere kosten voor fricties personeelsaangelegenheden;

  • € 0,2 miljoen lagere kosten kennisdeling;

  • € 0,3 miljoen positievere financiële baten en lasten.

  • € 0,2 miljoen hogere personeelskosten;

  • € 0,2 miljoen hogere advieskosten (incl. aanbestedingskosten).

OMO-bureau

Het resultaat van het OMO-bureau bedraagt € 85.000 positief. De grootste afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn:

  • De lonen en salarissen zijn € 0,3 miljoen lager dan begroot door een lagere gemiddelde formatie.

  • Door hogere gemiddelde salariskosten zijn de lonen en salarissen € 0,2 miljoen hoger dan begroot.

  • De kosten voor uitbesteed werk zijn € 0,1 miljoen hoger dan begroot.

Gelieerde stichtingen en doordecentralisatiebedrijven

Het resultaat van de gelieerde stichtingen en doordecentralisatiebedrijven is € 1,3 miljoen lager dan begroot. Deze afwijking wordt voornamelijk veroorzaakt door een wijziging in de verwerking van eigen bijdragen van scholen. Indien in een doordecentralisatiecontract een eigen bijdrage per leerling is toegezegd, wordt dit bedrag toegevoegd aan de langlopende verplichting DDC. In voorgaande jaren en derhalve ook in de begroting werden deze eigen bijdragen niet als verplichting maar als baten verantwoord binnen de administratieve doordecentralisatiebedrijven en als gevolg daarvan toegevoegd aan het eigen vermogen.

Resultaatbestemming

In deze jaarrekening zijn de resultaatbestemmingen verwerkt over het verslagjaar 2018.

Accountantscontrole

De controle van deze jaarrekening is uitgevoerd door Deloitte Accountants B.V.